Lokale organisaties zien stijging in hulpvragen voor armoedebestrijding
Lokale hulporganisaties die armoede bestrijden zien het aantal mensen in een financieel kwetsbare positie toenemen door de coronacrisis. Ruim 40 procent van deze organisaties heeft meer hulpaanvragen gekregen sinds het uitbreken van de pandemie. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek van Stichting Armoedefonds naar armoedebestrijding.
Het Armoedefonds ziet dat een deel van de lokale hulporganisaties financieel kwetsbaar is. De vraag is of de financiële buffers van veel organisaties voldoende zijn voor de verwachte stijging aan hulpaanvragen. Ook omdat ongeveer twee derde van de organisaties aangeeft geen vrijwilligers te hebben die kunnen worden ingezet voor fondsenwerving.
Financiële versterking noodzakelijk
Eén van de lokale initiatieven die al langere tijd te maken heeft met een stijging van hulpvragen is Stichting Veul Diech Good uit Zuid-Limburg. ‘Wekelijks krijgen we 10 tot 15 nieuwe cliënten, hetzij voor voedselhulp, hulp uit het Noodfonds of anders’, zegt Anton Vegers van de Limburgse stichting. Hij zag het afgelopen half jaar het aantal clienten stijgen van 1.250 naar 1.750 mensen. ‘Het zijn vaak schrijnende situaties waarbij het water mensen tot aan de lippen staat.’
Irene Verspeek van het Armoedefonds ziet een grote focus van hulporganisaties op hun primaire taak; het helpen van mensen. ‘Maar om dit structureel te kunnen blijven doen, is financiële versterking en dus fondsenwerving noodzakelijk’, zegt Verspeek.
Verder lezen
Lees het volledige rapport ‘De impact van de coronacrisis op de armoede in Nederland’ op de website van het Armoedefonds.