Partner gemeente Sittard-Geleen: 'Samenwerking met andere partners zo belangrijk'
De gemeente Sittard-Geleen heeft de bestrijding van kinderarmoede hoog op de agenda staan. Daarom zijn ze ook recent partner geworden van de Alliantie Kinderarmoede. We spraken Anouk Harle, beleidsmedewerker bestaanszekerheid bij de gemeente, over de inspanningen die de gemeente verricht en hoe ze de samenwerking met andere partners voor zich zien.
Waarom heeft de gemeente Sittard-Geleen besloten om partner te worden van de Alliantie Kinderarmoede?
‘Het aansluiten bij de Alliantie Kinderarmoede was één van de acties uit ons beleidsplan ‘Armoede en Schulden’. In dit plan staat hoe wij armoede en schulden willen voorkomen en hoe we werken aan kansengelijkheid voor iedereen. Net als andere gemeenten vinden we het ontzettend belangrijk om extra aandacht te schenken aan kinderarmoede. Hoe voorkomen we armoede en schulden bij gezinnen? Op welke manier doorbreken we de cirkel van armoede? Hoe bieden we deze gezinnen zoveel mogelijk kansen? Hoe zorgen we ervoor dat ze uit deze situatie komen? En hoe kunnen we hen een ander perspectief bieden? We vinden het belangrijk dat álle kinderen de kansen en mogelijkheden krijgen om hun talenten te kunnen ontwikkelen. Dit kunnen we niet alleen en is ook geen eenvoudige opgave. Het is daarom zo belangrijk om samen te werken met andere partners die ook deel uitmaken van deze puzzel.’
Welke initiatieven heeft de gemeente Sittard-Geleen al ondernomen om kinderarmoede te bestrijden?
‘In de gemeente Sittard-Geleen pakken we kinderarmoede aan met verschillende initiatieven en programma's. We vinden preventie belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan voorlichting geven over ongewenste zwangerschappen. Maar we ondersteunen ook zwangere vrouwen met een laag inkomen die extra hulp nodig hebben. Elk kind heeft namelijk recht op een goede start. We werken daarom samen met verschillende maatschappelijke partners zoals Stichting Babyspullen en Kansrijke Start. Daarnaast maken we ons hard voor het bespreekbaar maken van armoede en het vergroten van de financiële vaardigheden van kinderen en jongeren door bijvoorbeeld de Leskist Armoede en trainingen aan te bieden op scholen. Bovendien werken we intensief samen met Sam& voor Alle Kinderen en de daaraan gekoppelde landelijke partners zoals Stichting Jarige Job of Kinderhulp. Een ander mooi initiatief is dat wij alle kinderen van onze gemeente die gebruik maken van de kindregelingen, ongeveer 1700, een kledingvoucher van 125 euro gegeven. Juist omdat vorig jaar zoveel gezinnen werden getroffen in hun bestaanszekerheid. Ook hebben we alle scholen, niet alleen de scholen die binnen onze gemeente zijn aangesloten bij het Jeugdeducatiefonds, de mogelijkheid geboden om een subsidie aan te vragen van 4.500 euro. Dit om binnen de school gericht armoede aan te pakken en kansengelijkheid te vergroten. We hebben daarnaast een gemeentelijke functionaris die spin in het web is rondom de kindregelingen. We zijn in direct contact met ouders, scholen, maatschappelijke partners zoals Stichting Leergeld en Jeugdfonds Sport & Cultuur. Hierbij werken we in nabijheid en vanuit vertrouwen en bieden we maatwerk als dit nodig. Zo maken we de afstand tot de gemeente zo laag mogelijk.’
Hoe zien jullie de samenwerking met andere partners voor je?
‘Ik verwacht dat we door samenwerking nog meer bereiken. We zijn nog veel te veel lokaal dingen aan het bedenken, terwijl we uiteindelijk, helaas, allemaal met hetzelfde probleem te maken hebben. Kinderarmoede is overal, in elke gemeente, in elke straat. We hopen hiermee meer kennis en expertise op te doen en dat wij onze bagage kunnen delen met andere partners. Het versterkt de samenwerking en communicatie op alle niveaus. Aan de andere kant hoop ik ook dat we in directe samenwerking met de Alliantie Kinderarmoede signalen kunnen doorgeven aan de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. Dat er een wisselwerking en samenwerking ontstaat. We hebben uiteindelijk een gezamenlijk doel.’
Hoe kijken jullie naar de toekomst en het tegengaan van kinderarmoede?
‘Ik vind het vooral erg spannend en lastig om naar de toekomst te kijken. Deze is vaak onzeker en er zijn veel factoren, zoals de oorlog en economie, die invloed hebben op de bestaanszekerheid van ouders en kinderen. We moeten vooral doorgaan met waar we mee bezig zijn. Dit is een opgave waar we allemaal aan moeten bijdragen, zowel lokaal als landelijk. Daarnaast ben ik iemand die altijd met een open en positieve blik naar de toekomst kijkt en vooral veel energie krijgt van de kleine succesvolle stappen die we samen zetten. Met trots en waardering voor iedere vrijwilliger en professional binnen onze gemeente. Want daar ligt onze gezamenlijke kracht.’