Publieksacademie Emmen: Generatiearmoede
"Het is een recht om niet arm te zijn. Het is een onrecht om op te groeien in armoede. Dat is iets dat je wordt aangedaan."
Op 7 juni 2021 vond de Publieksacademie Kinderarmoede Drenthe plaats vanuit het Atlas theater in Emmen. Lees hieronder het verslag van deze Publieksacademie of bekijk de live-registratie hier.
Verslag Publieksacademie Kinderarmoede Drenthe
Marijke Roskam
Welkom. Thema van vandaag is generatiearmoede. Wat is dat? Wat kunnen we daar aan doen? Sprekers van vandaag vertellen hier meer over, maar ook kijkers kunnen via Slido bijdragen.
Marleen Oostland, Projectleider Alliantie van Kracht.
Alliantie van Kracht is een beweging van 37 organisaties in de Drentse en Groningse veenkoloniën. Samen en met ervaringswerkers gaan we aan de slag in het doorbreken van generatiearmoede. We willen doen wat werkt. Dan is het nodig om naast de mensen te staan, want alleen dan kun je verschil maken.
Wat is generatiearmoede?
Dat doet iets met je zelfvertrouwen. Je leeft in een wereld waarin het niet normaal is om na te denken over de wereld daarbuiten en mogelijkheden. Je doet wat je om je heen ziet, je leeft zoals je om je heen ziet. De rest, dat zijn ‘zij’.
Wat kunnen we doen?
Besef dat het een probleem is van de samenleving. We moeten het met elkaar aanpakken. Behandel elkaar als gelijk, als mens. Ieder vooroordeel dat je hebt, heeft het kind zichzelf waarschijnlijk ook al gegeven.
Prinses Laurentien
Samen aan de slag is nodig om tot structurele oplossingen te komen.
Wat moeten we vandaag doen en regelen zodat we over 10 jaar met elkaar kunnen zeggen; ‘we hebben het goede gedaan!’.
Laura van den Heuvel
Het is een recht om niet arm te zijn.
Arm zijn draait om het recht van het kind zich optimaal te ontwikkelen. Daar is van alles voor nodig in de leefomgeving van dat kind. Armoede raakt heel veel in die leefomgeving op een negatieve manier. Van veilig buitenspelen, tot een warm bed tot gevoelens van stress over geld. Bij generatiearmoede zijn die negatieve effecten langdurig aanwezig en hebben daarom nog meer impact.
Wat kunnen we doen?
Ga in gesprek met kinderen. Bespreek waar ze de meeste moeite mee hebben. Uit onderzoek blijkt dat dit niet het schoolreisje is of een verjaardag, maar de stress die ouders ervaren vanwege geldzorgen.
Bij kinderen die opgroeien in een omgeving waar weinig armoede is, speelt schaamte een grote rol. In een omgeving waar iedereen in armoede leeft, speelt loyaliteit juist een grote rol. Stappen in een nieuwe wereld zetten waar je alles dat je kent achter je laat, waar je overlevingsstrategie niet meer werkt, vraagt nogal wat. “Jij bent niet hetzelfde als wij”. Maar er zijn ook ouders die juist heel erg duwen om hun kind eruit te krijgen. Dat is ook niet altijd stressvrij voor het kind.
Hoe dan?
Ga met de kinderen praten die het aangaat. Daar hebben ze recht op, maar ook dan pas kom je erachter waar het kind behoefte aan heeft. Je kunt aan kinderen echt veel meer vragen dan je denkt! Ze weten vaak heel goed wat ze willen.
Daar heeft de Kinderombudsman ook hulpmiddelen voor. Bedenk ook wie de beste vertrouwensrelatie heeft met het kind. Je hoeft niet per se zelf dat gesprek te voeren, het kan bijvoorbeeld ook via de juf of jeugdverpleegkundige gaan.
Is armoede weg als alle financiële problemen zijn opgelost?
Het scheelt in elk geval veel stress binnen het gezin. Maar de gevolgen van armoede zijn dan nog niet zomaar weg. Zie ook het theoretisch kader van bijvoorbeeld Positieve Gezondheid. Blijf aan het kind vragen hoe het zich voelt en wat er nodig is. Een theoretisch kader is 1 ding, in gesprek blijven is een ander.
Raymond Wanders, wethouder gemeente Emmen
De gemeente Emmen kent veel generatiearmoede. De plek van je wieg, mag niet uitmaken hoe oud en gezond je opgroeit. Maar dat doet het wel. En dat raakt mij als wethouder Inkomen, maar ook Gezondheid.
We hebben een Armoedepact, we werken samen in de Alliantie van Kracht, zijn heel actief in onze armoedeaanpak, maar dit gaat allemaal veel over het hier en nu. De gevolgen dempen in het nu, maar we moeten nog veel leren in waar we vroegtijdig kunnen ingrijpen en waar het verschil gemaakt kan worden. En dan vooral met de vraag: wat kan dit gezin zelf anders doen? Want ik blijf geloven in de kracht van het mensen zelf.
Ik zie het nog steeds op de basisscholen nu: we tekenen het pad uit voor kinderen. Dit is jouw plafond, jij mag naar die en die school. En daar plakken we dan ook nog eens stigma’s op over wat goed en wat niet goed is. We blijven verbijzonderen. We blijven etiketten plakken.
Wat te doen?
In Emmen werken we met ervaringswerkers in het signaleren van geldstress. Ga maar praten. Zij hanteren de juiste taal en krijgen van ons de tijd. Maar we moeten als gemeente ook zelfkritisch blijven: levert het logo van de gemeente Emmen stress op bij onze inwoners als er een brief op de deurmat valt? Wat doen we daar mee?
Maar hoe ga je oorzaken weghalen en niet symptomen bestrijden?
Blijf het aankaarten en benoemen. Ook gewoon in je eigen omgeving. Bijvoorbeeld op school als ze 3 dagen voor Sinterklaas vragen of je 5 euro mee wilt nemen. Kaart dit aan als ouder! Maak het een lopend vuurtje. Maak het normaal dat we het met elkaar hierover hebben.
Forumgesprek Raymond Wanders, Arjen Mewe (voorzitter Leergeld Emmen), Sanne Visser (postdoc Intergenerationele armoede), Alex Schepel (ervaringswerker)
Arjen: wij richten ons als Leergeld vooral op meedoen op school. Dat is belangrijk, maar helpt nog niet om over generaties heen armoede te doorbreken. Dus wij richten ons op het nu, maar geven signalen af aan anderen om juist voor de langere termijn ook input te geven. Belangrijk hierbij is het gesprek thuis. We gaan in gesprek met het hele gezin. Ook om zo aan kinderen zelf te vragen wat ze nodig hebben.
Maar inderdaad stellen we die vragen waar de ouders bij zijn. Misschien wel terechte opmerking van voorgaande sprekers dat we dat wat vaker moeten doen zonder de ouders erbij. Want kinderen voelen zich loyaal naar de ouders vertelde de Kinderombudsman, dus misschien is het wel goed om daar bewuster in te handelen.Het goede nieuws is dat we steeds meer aandacht voor armoede zien vanuit de scholen. Mijn zorg zit bij de structurele oplossingen. Er wordt nogal wat gevraagd van ouders om allemaal te kunnen en regelen.
Sanne: doet langjarig onderzoek naar meergeneratie armoede. De interactie tussen ouders, kinderen maar ook de grootouders is daarin essentieel. Er zijn sterke beelden over hoe het leven eruit zou moeten zien. Hoe kinderen naar hun ouders kijken, hoe zwaar zij vinden dat ze het hebben. Dit probleem doorbreken, begint bij hoe ze als gezin met elkaar omgaan met geldzorgen. En daarin zijn grote verschillen. Generatiearmoede is niet 1 ding, maar heel divers. De beleving is heel verschillend per gezin. Je moet dus echt weten wat voor gezin je voor je neus hebt. Even grofweg de verschillen op een rij:
- Je hebt de rebellerende groep. Die vechten voor behoud van hun plek en voeren ‘minima’ bijna als een geuzennaam. Deze gezinnen zoeken een luisterend oor.
- Accepterend. Gezinnen die denken het is zo en zoeken binnen die werkelijkheid naar zoveel mogelijk geluk. Dit zijn de gezinnen die actief zijn en veel ondernemen in hun buurt. Zij zoeken ondersteuning bij dit meedoen.
- Participerend. Ouders die heel erg bezig zijn met het beter maken van het perspectief van hun kinderen? Zij zoeken kansen om tot ontwikkeling te komen.
Het is dus belangrijk om als professional aan te sluiten bij het type gezin en de behoeften. Zie hier voor meer achtergrondinformatie en handvatten.
Tegelijkertijd erkent Sanne dat er al veel onderzoek is gedaan naar de ‘wat’: op tijd signaleren, kinderen ondersteunen, ze mee laten doen om kinderen kansen te geven. Maar de hoe, dat is echt nog zoeken. Hoe werken we nou samen? Hoe bereik je nu kinderen? Hoe stel je nu het gezin in staat om te doen wat we weten dat goed is?
Alex vertelt wat de belangrijkste impact was van opgroeien in armoede. Ik heb kansen gehad, maar durfde ze niet te grijpen. Ik durfde niet af te wijken van het pad dat voor mij bestemd was. En dat was niet zozeer omdat het te duur was, maar veel ongrijpbaarder. Als je jarenlang hoort: “wij zijn maar…” Wij zijn maar dubbeltjes” Wij zullen nooit daar komen”. Dat woord “maar”, was zo belangrijk in mijn leven. Wat voor mij het verschil heeft gemaakt is gezien te worden. Dus inderdaad zoals de Kinderombudsman zegt: vraag het kind, betrek het kind! Er wordt al snel iets gevonden van je, vanwege waar je woont, je inkomen, je ouders en hun beroep. We plakken zo snel labels op.
Ik was 44 jaar en toen zag iemand mij.
"Er zitten verborgen schatten in de mensen en kinderen in verborgen armoede"
Het mooiste zou zijn als kinderen in gesprek kunnen over wat ze bezig houdt. Bijvoorbeeld met een brugfunctionaris zoals in Groningen. Toon interesse, bevraag ze. Niet door een poster op te hangen, maar door contact te maken.
Elkaar weer zien als gelijkwaardig mens. Niet wat je voor werk doet, wat je gestudeerd hebt etcetera. Dat betekent volgens Raymond dat wij op de vindplekken moeten zijn en ondersteuning moeten regelen. Niet met een logo van de gemeente, want dat roept niet altijd het goede op. Maar juist vanuit de leefwereld. Dat kan bijvoorbeeld met de inzet van ervaringsdeskundigen.
Vraag vanuit het publiek hoe je dan voorkomt dat die ervaringsdeskundige zelf onderdeel wordt van het systeem. Volgens Alex door kritisch te blijven op dat systeem en je te blijven verbazen. Daarin worden de ervaringsdeskundigen van Sterk uit Armoede ook opgeleid. Dat kan wel lastig zijn, want je moet dus kritisch blijven naar je eigen werkgever.
Sanne: wat mij raakt in mijn onderzoek is dat deze gezinnen heel erg bezig zijn met wat ze zouden willen. Echt wel weten welke behoeften ze hebben. Maar dan moeten ze ook gehoord worden en moeten we daarmee aan de slag. Niet met de oplossingen die wij bedacht hebben.
Michael Kaptein
Ervaringsdeskundige en kind van intergenerationele armoede. Flinke schulden gehad die ook voortkwamen van opgroeien in armoede en met weinige financiële vaardigheden van zijn ouders. Michael zat altijd in overlevingsmodus. Vaste lasten niet betalen, want wat gezond financieel gedrag is wist hij niet. Pas sinds 5 jaar weet hij zich los te weken. Doordat ik contact kwam met de schaarste theorie en mobility mentoring. Ineens was er objectief onderzoek over wat het deed met mijn brein.
Tips van Michael:
- Goed dat het kind centraal staat vandaag, maar weet dat ik behoefte had aan iemand die mijn ouders bij de hand nam. Dan had mij veel ellende bespaard gebleven. Daar biedt Mobility mentoring handvatten voor.
- Wetenschappelijke kennis en uitvoeringskennis zijn belangrijk. Maar daar moet aan toegevoegd worden: collectieve ervaringskennis. De derde bron van inzicht om wegen te vinden voor het oplossen van complexe problemen als armoede. Om beleidsplannen te ontwikkelen, maar ook voor methodieken op alledaagse interventies.
- Taal die je gebruikt is heel belangrijk. Armoede of geldproblemen, minima of mens. Schuld en schuldig. Of debt en guilt? Zelfstigmatisering is iets wat echt heel veel voorkomt bij kinderen die opgroeien in armoede. Dit kun je versterken met woorden. Besef je dat je met vooroordelen het gesprek in gaat. Denk daar van te voren al over na, zodat je gelijkwaardig het gesprek in gaat.
Ik vertel mijn verhaal om de schaamte te doorbreken. Want het is moeilijk. Stigma op mezelf, maar ook de oordelen van anderen. Maar het is niet normaal om in armoede te leven. En alleen door er over te praten kunnen we dit normaliseren en de wij versus zij doorbreken. Iedereen is mens en hoe mooi zou het zijn als we ook zo naar elkaar kijken?
Bart Kiers
Muzikale samenvatting van vandaag.
Want elk kind in armoede is er eentje te veel
Landelijke lessen
- Financiële vaardigheden meegeven van jongs af aan. Bereid kinderen tijdens hun schooltijd voor op de financiële verplichtingen die ze krijgen als ouder. Want dat kun je niet aan alle ouders vragen. Zeker niet op het onderwerp van vandaag. Die ouders bezitten zelf die kennis niet.
- Betrek kinderen en bevraag ze actief of wat ze nodig hebben. Als gemeente, maar bijvoorbeeld ook als Leergeld. De loyaliteit naar ouders is groot, dus zullen ze niet alles vertellen waar ouders bij zijn.
***