Kenniskring

Kenniskring 26: Opgroeien in een kindvriendelijke wijk

Kenniskring 26: Opgroeien in een kindvriendelijke wijk

Tijdens de laatste kenniskring voor de zomer gingen we gezamenlijk in op het belang van het opgroeien in een kindvriendelijke wijk. Esther Vreeburg en Naomi Braunstahl namen ons mee in het werk van Child Friendly Cities Initiative (ondergebracht bij Unicef). Ze presenteren de resultaten van een recente uitwisseling met Vlaanderen: wat is er nodig voor jeugdvriendelijke, leefbare buurten, die uitnodigen tot bewegen, ontmoeten, inclusie en participatie?

Child Friendly Cities Nederland is een netwerk dat gemeenten kennis, informatie en inspiratie biedt om kinderrechten een plek te geven binnen lokaal beleid. Het netwerk is erop gericht gemeenten te ondersteunen bij hoe zij op lokaal niveau handen en voeten kunnen geven aan kinderrechten. Onderdeel van het programma was een uitwisseling met Vlaanderen waarin gezamenlijk werd gekeken naar de vraag hoe gemeenten ervoor kunnen zorgen dat hun buurten leefbaar en jeugdvriendelijk zijn. Uit de uitwisseling zijn een aantal werkzame elementen naar voren gekomen die in elke context toegepast kunnen worden. Deze zijn opgedeeld in drie rode draden:

  • Rode draad 1: Jeugdparticipatie

Participatie van kinderen en jongeren is ontzettend belangrijk omdat zij een uniek perspectief hebben: zij kunnen aangeven wat ze nodig hebben, wat ze missen en wat belangrijk is. Hierbij is het belangrijk dat er betekenisvolle dialoog plaatsvindt, dat je afstemt op de lokale context en dat je inclusief bent en dus ook jongeren die minder zichtbaar zijn weet te bereiken.

  • Rode draad 2: Proces en samenwerking

Samenwerking, met regie vanuit lokaal bestuur en vertrouwen in elkaars expertise, is essentieel, vertelt Esther: “Wil je iets kunnen aanpakken in een buurt, dan is samenwerking over domeinen heen heel belangrijk. Denk niet alleen vanuit gebiedsontwikkeling, maar zoek naar een integrale aanpak.”

  • Rode draad 3: Inhoudelijke keuzes

Deze rode draad draait om het werken vanuit inhoudelijke keuzes en die als uitgangspunt nemen. Bijvoorbeeld een goede organisatie van mobiliteit: kunnen kinderen zich door de wijk bewegen en zijn de wegen veilig? Nodigt de buurt uit tot ontmoeting voor alle groepen jongeren in de wijk? En, voegt Esther toe: “Het gaat niet alleen om de hardware, dus het feit dat er een speeltuin is, maar ook zeker om de software: zorg dat er activiteiten zijn, dat er mensen zijn die ruimte en tijd hebben voor een praatje en om mensen bij elkaar te brengen.”

Passen de rode draden ook op wijken met veel armoede?
Als je deze elementen toespitst op het aanpakken van kinderarmoede spreek je bij mobiliteit bijvoorbeeld over de vraag of kinderen een fiets hebben: kunnen ze gebruik maken van dat fietspad om naar school of vriendjes te fietsen of moeten we daarop investeren? En als je kijkt naar wat er nodig is in een buurt, is het goed om te kijken of buurten ook een sportplek of ontmoetingsplek hebben. “Eigenlijk zouden de buurten waarin de meeste armoede is, de mooiste sportvelden en ontmoetingsplekken moeten hebben omdat die kinderen niet altijd het geld of de ruimte hebben om zo’n plek ergens anders op te zoeken.” vertelt Esther. Ze besprak met jongeren of het belangrijk is dat er zo’n plek is in de buurt, een groot deel zei: “Ik stap op de fiets of scooter en ga naar de sportclub“. Maar een jongere die te maken heeft gehad met armoede zei: ''Dat is wel belangrijk, want je hebt niet altijd geld om ergens naartoe te gaan. Dan is het juist heel fijn als je ergens naartoe kan gaan waar je kan sporten, mensen kan ontmoeten, waar activiteiten zijn.''. Dus juist voor die kinderen is het belangrijk om zoiets in de buurt te hebben.”

Na een schat aan voorbeelden voor elk werkzaam element gingen de deelnemers met elkaar in gesprek. Centraal stond de vraag: als we deze rode draden en werkzame elementen toepassen op buurten waar meer armoede is, komen we er dan? Vragen die wijken iets meer of iets anders?

De Kenniskring vormde een eerste aanzet om invulling en vorm te geven aan opgave 9: ‘kindvriendelijke omgeving’. Heb je hier ideeën over of wil je voorbeelden delen? Neem dan gerust contact op met Esther en Naomi via childfriendlycities@unicef.nl.

Bekijk ook:

HomeKennisbankKenniskring 26: Opgroeien in een kindvriendelij...