Bijeenkomst 22 maart: 'Lokaal doen, landelijk delen'
Op 22 maart was het zover: de derde verjaardag van de Alliantie Kinderarmoede. ‘Niet iets om te vieren, wel iets om bij stil te staan’, gaf Martin Pragt, ervaringsdeskundige, tijdens de bijeenkomst aan. Want de huidige crises maken de armoedeproblematiek nog zichtbaarder. Die zichtbaarheid leidt gelukkig tot veel actiebereidheid en initiatieven, maar hoe kunnen we die bereidheid vasthouden en verduurzamen?
Het nieuwe projectplan van de Alliantie Kinderarmoede heet ‘Lokaal doen, landelijk delen’. Dat betekent dat we de komende twee jaar blijven doen wat we al deden, maar dat we ook lokaal gaan ondersteunen. Om aan te sluiten op wat er lokaal echt nodig. En om ervoor te zorgen dat in 2030 geen kind meer de dupe is van armoede. Daarom stond tijdens de bijeenkomst zowel de landelijke als de lokale aanpak van kinderarmoede centraal.
Landelijk delen
Heleen Versteegen, directeur van Sardes, zet zich met haar organisatie in voor kansengelijkheid van alle kinderen. Ze ziet dat er een belangrijke verbinding is tussen kinderarmoede en onderwijskansen. ‘Die verbinding bestaat wel, maar is niet altijd goed terug te zien in het beleid en de aanpak. Dat is iets wat ik vaak tegenkom in het onderwijs en bij gemeenten, en waar mogelijkheden liggen voor verbetering’.
Dat er bij gemeenten wel steeds meer aandacht is voor kansengelijkheid, merkt Kim Houben van Divosa. ‘Maar’, zegt Houben, ‘gebeurtenissen zoals de coronacrisis en financiële steunpakketten reduceren armoede tot een probleem dat alleen over inkomen gaat. Armoede is veel meer dan dat. Als we onder de oppervlakte van het inkomen van ouders kijken, zien we dat het veel meer doet. We zien dat kinderen die al uit kwetsbare situaties komen, steeds kwetsbaarder worden. Hoe kunnen we met kinderarmoede aan de slag gaan, buiten inkomen om? Uiteindelijk gaat het om gezien worden en meedoen.’
Igor Ivakic, directeur van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), sluit zich daarbij aan. Volgens Ivakic hebben publieke instituten een chronisch tekort aan aandacht, kansen en kwaliteit. En dat is wel nodig, want uit een recente peiling van het NCJ blijkt dat bij ouders de rek eruit is. ‘Ruim de helft ondervraagde ouders geeft aan dat ze het behoorlijk moeilijk vinden om aandacht te hebben voor opvoeden van hun kinderen. Ze maken zich zelfs dagelijks zorgen over hun situatie.’
Lokaal doen
Er zijn al partners van de Alliantie Kinderarmoede die lokaal samenwerking hebben gevonden. Zoals de Haarlemse Alliantie. Joris Obdam van de Antonius Gemeenschap is een van de initiatiefnemers van de Haarlemse Alliantie tegen kinderarmoede. In een video vertelt Opdam over de werkwijze en het belang van de alliantie. ‘Armoede is een veelkoppig monster. Vanuit alle deelgebieden heb je professionaliteit nodig om dat monster aan te pakken. Zo organiseert de Haarlemse Alliantie om de zes weken een casuïstiekbijeenkomst, waarin we een casus bespreken over een gezin of een kind in een lastige situatie. Met elkaar kijken we dan hoe we elkaar kunnen versterken en het gezin kunnen helpen.’
Een andere alliantie die kinderarmoede op lokaal niveau aanpakt is de Armoedecoalitie Utrecht. Zij werken met vijf speerpunten en komen iedere paar maanden samen om de vooruitgang te monitoren en zo zeker te weten dat de doelen worden behaald. Verder betrekt de coalitie structureel twee ervaringsdeskundingen. ‘Zij doen actief mee in onze werkgroep en staan centraal tijdens onze conferenties’, zegt Marry Mos van de armoedecoalitie. ‘Je moet namelijk nooit iets organiseren zonder ervaringsdeskundigen. Het is belangrijk om zowel ervaringsdeskundigen als partners in de lead te zetten en verantwoordelijk te maken. Zorg dat iedereen een rol heeft en deze kan vervullen.’
Aan de slag met de verandertheorie
Wat is er, gezien de huidige situatie, nu nodig om de persoonlijke situatie van kinderen en gezinnen te verzachten? Welke stap moet worden gezet om de maatschappelijke positie van kinderen en gezinnen te versterken? En wat moet er fundamenteel anders om de (on)geschreven regels te kunnen veranderen? Die vragen hebben de partners tijdens de bijeenkomst beantwoord. Bekijk de antwoorden.