'Kinderen vinden uitsluiting het ergste, niet het geldgebrek.'
In de interviewserie ‘Thoughtleader thursday’ spreekt Issuemakers elke donderdag een expert op het gebied van een specifiek issue. Waar de coronacrisis de hele samenleving opschudde, zijn wij benieuwd wat dit voor consequenties heeft gehad op het issuemanagement en –maken van deze Thoughtleaders. Hans Christiaanse, initiatiefnemer van de Alliantie Kinderarmoede, was te gast bij Issuemakers. Ze vroegen hem meer over dit issue wat hem zo aan het hart gaat en waar naar zijns inziens nog te weinig bewustwording over is.
Wat waren de verwachtingen met betrekking tot jouw issue voordat de coronacrisis begon?
“Bewustwording is een belangrijk onderdeel van het agenderen van dit issue en was dit voor de crisis ook al. Door een groot budget vrij te maken voor media-aandacht, waren wij van plan met de publieksacademies het grote publiek te bereiken.
We merkten dat het issue kinderarmoede voor de crisis aan het groeien was. Samen met DPG en NDC mediagroep waren we bezig met de organisatie van 7 publieksacademies, waarbij per regio aparte subthema’s zouden worden besproken.
In februari vond de eerste plaats in Zoetermeer, met de focus op het thema kinderarmoede en huisvesting. Vanwege corona en de voorkeur voor fysieke bijeenkomsten van partners uit de regio’s is besloten de rest van de geplande publieksacademies uit te stellen.”
Wat is er met het issue gebeurd tijdens de crisis?
“De verwachting is dat armoede onder kinderen toegenomen is tijdens de coronacrisis. Daarom zetten we juist in deze tijd in op het agenderen van dit issue, door het organiseren van diverse initiateven. Zo zijn in Waalwijk twee wethouders in gesprek gegaan met kinderen, jongeren en ouders over het onderwerp kinderarmoede. Samen met journalisten is hier een documentaire gemaakt, waarin onder andere contact is gelegd met een school in Nepal. Ook premier Rutte werd betrokken bij de documentaire. Hij weet ook dat door ontslagen en faillissementen ten gevolge van de corona-crisis veel meer gezinnen in armoede gaan vervallen,.
Gelukkig staat kinderarmoede ondanks de coronacrisis nog stevig op de politieke agenda. Aangezien de partijprogramma’s in de zomer worden geschreven, hebben wij deze zomer een webcast georganiseerd. Prinses Laurentien, de Kinderombudsman, voorzitter MKB Nederland, vier Kamerleden, ervaringsdeskundigen en een kinderarts waren hierbij aanwezig. Na afloop van deze webcast vroegen de Kamerleden om pasklare teksten voor in de verkiezingsprogramma’s. Een goed teken, want dit zorgt voor direct effect.
Al met al denk ik dat de coronacrisis zowel positieve als negatieve effecten heeft gehad op onze activiteiten rondom het issue kinderarmoede.’’
Hoe staat het nu met het issue?
“Bewustwording is op het moment nog steeds heel belangrijk. Vooral op beleidsniveau moeten grote stappen gezet worden. Kinderen die in Nederland in armoede hebben geleefd, geven aan voornamelijk de sociale uitsluiting heel zwaar te hebben gevonden. Pijn in de buik als de verjaardag eraan kwam en er niet kon worden getrakteerd en het niet eerlijk kunnen zijn over de thuissituatie. Kinderen vinden over het algemeen de uitsluiting het ergste, niet het gebrek aan geld.
We hopen ook dat het bedrijfsleven zich meer bewust wordt van de problemen rondom kinderarmoede en de effecten die dit heeft op kinderen. Dit zijn immers de toekomstige medewerkers. Bedrijven kunnen veel meer doen dan ze wellicht zelf in de gaten hebben. Door hun ouders meer baan- en inkomenszekerheid te bieden of door medewerkers kinderen die thuis een armoede-situatie kennen, te laten begeleiden. Bij hun huiswerk, studie- ef beroepskeuze of invulling van hun vrije tijd en zo deze kinderen te laten ervaren dat het ook anders kan en te stimuleren meer uit zichzelf te halen.
Wat gaan jullie met het issue doen in de komende tijd?
“Armoede staat op nummer 1 van de Sustainable Development Goals. Daarnaast werd er in 2017 door de ombudsman en in het SER rapport al aandacht aan besteed. De nadruk vanuit deze instanties lag er dus al, maar bij het brede publiek is nog weinig bewustzijn over het probleem. Hier moet in de toekomst meer op worden ingezet. Ik verwacht dat de publieksacademies – met de behandeling van maatschappelijke thema’s – hier uitermate geschikt voor zijn. Ook gaan we meer tijd steken in gemeentelijke bijeenkomsten en uitwisselingen tussen gemeenten en aandacht vragen voor de uitgelichte thema’s van de politieke partijen.
Wat ik heel graag zou willen bereiken? Een samenleving waarin kinderen zich gehoord voelen, waarin volwassenen zich bewust zijn van de rol van sociale uitsluiting en waar elk individu zich bewust is van de situatie van zijn of haar buren en beseft dat zij daar zelf ook iets aan kunnen doen”